
Er zijn heel wat uitdagingen voor zij-instromers – die vanuit een ander beroep leraar willen worden - voordat ze aan een lerarenopleiding kunnen beginnen. Het begint bij een school vinden om aangenomen te worden om het traject te kunnen volgen. Vervolgens moeten ze deelnemen aan een geschiktheidsonderzoek om aan te tonen dat ze geschikt zijn om onbevoegd voor de klas te staan tijdens de opleiding én het traject binnen de gestelde termijn van twee jaar kunnen afronden.
In het diepe gegooid
Maar hoe kun je aantonen dat je daarvoor geschikt bent? ‘Ze bouwen een portfolio op, waarvoor ze onder meer verschillende lessen geven en daarop reflecteren, legt Ilona van Heijst docent van het vak pedagogiek en algemene didactiek aan de ILO en mede-ontwikkelaar van de startmodule uit.

In die eerste maanden voor de klas voelen zij-instromers zich vaak in het diepe gegooid. Het kan afschrikken als je zonder enige kennis voor een klas met pubers moet staan. Want hoe manage je een klas en zorg je dat je regie behoudt? Dat is voor de meeste professionals onbekend terrein.Ilona van Heijst, mede-ontwikkelaar Startmodule
Nienke Tjoelker, docent Klassieke Talen, startte afgelopen september aan de lerarenopleiding. ‘Je kunt maar twee keer per jaar beginnen aan de opleiding, terwijl je ieder moment voor de klas kunt komen te staan. Als zij-instromer wilde ik graag op het vlak van pedagogiek meer weten. Terwijl de focus aan het begin van een zij-instroomtraject vooral ligt op het doorlopen van een bureaucratisch proces van aanmelden, portfolio samenstellen en een geschiktheidsonderzoek doorlopen. Ik had het geluk dat ik in die eerste periode een coach had die me goed begeleidde op de school waar ik aangenomen was’.